maandag 15 augustus 2011

Psalm 91:1-3 - Veilig bij God

HSV SV
Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige. Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw! Want Híj zal u redden van de strik van de vogelvanger, van de zeer verderfelijke pest. Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen. Ik zal tot den HEERE zeggen: Mijn Toevlucht en mijn Burg! mijn God, op Welken ik vertrouw! Want Hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie.
andere vertalingen

Psalm 91 beschrijft het vertrouwen dat de gelovige mag hebben ten tijde van alle soorten gevaar en uitdagingen. De psalm is zelfs een bevelschrift van God zelf: wees thuis bij God, keert tot Hem terug en vindt rust in Hem. God zelf spreekt door de woorden van de psalm tot de gelovigen.

De psalmdichter spreekt zich persoonlijk al uit in vers 2: Ik zal zeggen tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God op Wie ik vertrouw!

In de eerste twee verzen komen al een aantal woorden naar voren waaruit blijkt dat bij God veiligheid is: schuilplaats, schaduw, toevlucht, burcht. Ook de namen van God die worden gebruikt onderstrepen dit: Allerhoogste en Almachtige.

Kortom: het begin van deze psalm is meteen al een bemoediging voor de dichter en voor anderen die de psalm lezen. De dichter roept in feite op om ook te vertrouwen op God. Laten we daarom schuilen bij Hem en Hem altijd vertrouwen.

bronnen: Bijbelverklaring Matthew Henry, kanttekeningen ESV