zaterdag 21 mei 2011

Spreuken 6:20-21 - Liefde en geboden

HSV SV
Mijn zoon, neem het gebod van je vader in acht en veronachtzaam het onderricht van je moeder niet. Bind ze voortdurend op je hart, hang ze om je hals. Mijn zoon, bewaar het gebod uws vaders, en verlaat de wet uwer moeder niet. Bind ze steeds aan uw hart, hecht ze aan uw hals.
andere vertalingen

De vechtverzen uit Spreuken 4 klinken nog al eens als een gebod. In de verzen van deze week zegt de vaderfiguur dit ook letterlijk: neem het gebod van je vader in acht. Al deze aanbevelingen en geboden kunnen de indruk geven van een streng geloof waarin niets mag. Geboden uit de Bijbel komen dan over als een verzameling strakke regels en bevelen waaraan je je moet houden. Toch hebben die strakke regels en geboden zin...

De strakke regels en geboden in de Bijbel zijn niet bedoeld door God om Zijn kinderen het leven zuur te maken. Als een vader geeft Hij richtlijnen om het leven te leven. Het vroeg en vraagt wel overgave. Destijds in het Oude en Nieuwe Testament, maar ook nu; om in antwoord op de geboden te reageren vanuit liefde. Liefde is namelijk het grote gebod wat Christus zelf gaf:

U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. (Mattheus 22:37b-39, HSV)

Het gebod van de vader uit Spreuken en de wet van de moeder zijn belangrijk genoeg om ze als een ketting om de hals te hangen. Die kun je dagelijks omdoen of niet, dat is een keuze. Daarmee draag je de wijsheid en richtlijnen bij je. Zodat je er gebruik van kunt maken. Bovendien is een ketting een sieraad. Wandelen zoals God wil is een keuze (sieraad) voor iedere christen:

Wees dan navolgers van God, als geliefde kinderen, en wandel in de liefde, zoals ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offergave en slachtoffer, tot een aangename geur voor God. (Efeze 5:1-2, HSV)