maandag 7 februari 2011

Psalm 84:10-12 - Verlangen naar Gods tempel

HSV SV
O God, ons schild, zie en aanschouw het aangezicht van Uw gezalfde. Want één dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik verkoos liever te staan op de drempel van het huis van mijn God dan lang te wonen in de tenten van de goddeloosheid. Want God, de HEERE, is een zon en een schild, de HEERE zal genade en eer geven, Hij zal het goede niet onthouden aan wie in oprechtheid zijn weg gaat. O God, ons Schild, zie, en aanschouw het aangezicht Uws gezalfden. Want één dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid. Want God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en ere geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen.
andere vertalingen

De dichter van deze psalm - mogelijk David - verlangt er naar om in het huis van God te zijn. De reis er naar toe heeft hij er graag voor over. Ook al kost dat veel moeite. Hij weet zich gesterkt door het verlangen naar Gods huis, de tempel. Daar woont God, daar is het goed. Onderweg sterkt God bovendien de reiziger; de reiziger/pelgrim/kerkganger kan Hem voor ogen houden; en het verlangen blijft (vers 7).

Het sterke verlangen van de dichter is terug te vinden in de hele psalm en te vergelijken met Psalm 63, die duidelijk op naam van David staat geschreven. Hart en lichaam van de dichter roepen het uit (zingen staat er in de Engelse vertaling) tot God. Hij verlangt er zo naar dat hij niet stil kan zijn.

De dichter prijst in Psalm 84:1-4 de mensen die in Gods voorhoven aanwezig zijn, in vers 5-9 prijst hij de mensen die onderweg zijn naar Sion, waar Jeruzalem met de tempel is. De Psalm doet hier denken aan Psalm 122, waar ook sprake is van mensen die op weg zijn naar het huis van God.

In de vechtverzen van deze week, vers 10-12, prijst de dichter God en de mensen die op God vertrouwen. Deze mensen acht hij zo gelukkig (welzalig/welgelukzalig), hij kent hun situatie. Hij is er deel van, al is hij nog onderweg. Welgelukzalig bent u ook als u zo naar uw gemeente toe gaat! En vers 13 zegt: Welgelukzalig bent u als u op God vertrouwt.
Wat een zaligheid! We kunnen net als de dichter stralen, zingen en blij zijn door God, onze Zon!