zaterdag 18 september 2010

Jesaja 64:4 - Ongehoorde weldaad?!

SV HSV
Ja, van ouds heeft men het niet gehoord, noch met oren vernomen, en geen oog heeft het gezien, behalve Gij, o God, wat Hij doen zal dien, die op Hem wacht. Ja, van oude tijden af heeft men het niet gehoord, men heeft het niet ter ore genomen en geen oog heeft het gezien, behalve U, o God, wat Hij doen zal voor wie op Hem wacht.
andere vertalingen

Wat geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bereid voor wie Hem liefhebben. Zo citeert de apostel Paulus deze tekst uit het Bijbelboek Jesaja. Het valt op dat de tekst van Paulus niet volledig hetzelfde is, de volgorde is anders en het gaat ook over liefhebben. De betekenis van teksten is hetzelfde, al komt het woord liefhebben in het vechtvers van deze week niet voor. De schrijvers van de kanttekeningen (SV) leggen uit dat het wachten op God een vrucht is van de liefde. Daarbij verwijzen ze naar Psalm 31:

Hoe groot is het goed dat Gij hebt weggelegd voor wie U vrezen; hebt bereid voor wie toevlucht zoeken bij U (Psalm 31:20a, NV)

Maar wat bedoelt Jesaja in dit Bijbelvers; waar doelt Paulus op? Wat heeft men niet gehoord en niet gezien? En wat is het goed dat God heeft weggelegd voor de mensen die Hem vrezen zoals Psalm 31 noemt? Waarom wachten mensen op God (Jesaja)?

Het antwoord is dat God dingen heeft bereid voor hen die Hem liefhebben. Bijbelverklaarder Matthew Henry beschrijft onder meer dat er dingen voor hen zijn in het toekomende leven; "dingen die het gevoel niet ontdekt, die nu niet voor onze oren geopenbaard kunnen worden; die in niet in onze harten opkomen. [...] De grootste waarheden van het Evangelie zijn dingen die liggen buiten de sfeer van menselijke waarnemingen."

Het leven na dit leven in het Koninkrijk van de hemelen is een weldaad die voor ons is weggelegd.

Maar hoe het daar zal zijn... wie weet het?