donderdag 5 augustus 2010

Psalm 1:1-2 - Mediteren

Psalm 1 is het begin van het Bijbelboek Psalmen. Het laat zien dat degenen die God willen volgen en aanbidden, van harte zijn wet moeten omarmen. Dat geeft ook een heerlijk vooruitzicht:

de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens. (1 Timotheus 4:8b)

Het zijn echt gezegende mensen, welgelukzalige mensen.

De opsomming van het kwade in vers 1 van de vechtverzen van deze week, laat zien dat de genegenheid voor de zonden steeds groter wordt. De afdwalende christen wandelt eerst (hij luistert naar de raad van de goddelozen), daarna staat hij (misschien staat hij stil en denkt hij over de aantrekkelijkheid van de zonden) en vervolgens zit hij in de stoel van de spotters. Hij voelt zich daar blijkbaar thuis... Psalm 1 laat aan het einde zien dat het met zondaren verkeerd afloopt.

De psalm laat ook zien dat God de gelovige Israƫliet van toen en de christen van nu, kent. Die ware gelovige mediteert: die persoon was destijds en is vandaag de dag bewust bezig met het lezen en kennen van Gods Woord. Misschien een bemoediging om vechtverzen te (blijven) leren?